De wereld van Dedalo

Rode draad vormt het leven van de vissersjongen Dedalo Piscioneri, geboren in 1557 op het toenmalige eiland Arbe, een van de Quarnarische eilanden voor de Kroatische kust. Verteld wordt over de moeizame strijd om het bestaan in de naamloze nederzetting. Een evenwijdige vertelling volgt het leven van het Joodse meisje Galla dat opgroeit in Ferrara en na een dramatische ontwikkeling verhuist naar Venetiƫ waar zij terecht raakt in een geheim scholingsprogramma voor informanten. Zij zal te gelegener tijd worden uitgezonden naar Constantinopel en ontmoet onderweg Dedalo.

Op de achtergrond spelen ontwikkelingen in het Ottomaanse leger. De lezer volgt de loopbaan van Mehmet Sokollu die op zijn dertiende jaar onder de bepalingen van de bloedbelasting werd weggevoerd uit zijn Bosnische geboortedorp om in het Ottomaanse Rijk te worden opgeleid tot Janitsaar.

De handelshuizen Mendes en Salzberg leveren in hun respectieve vertegenwoordigers Juan Micas en Jacob Salzberg twee voor het verhaal dragende figuren. Hun aanvankelijke vriendschap die verkeert in vijandschap zet een dynamiek in gang die bepalend is voor de grote handeling in het eerste deel van Dedalo.

Dit alles wordt opgevoerd in een Europa van contrasten en desoriƫntatie. Een Europa aan de vooravond van de grote godsdienstoorlogen, waar het kolonialisme ontluikt maar waar het geopolitieke momentum nog is gelegen bij het Ottomaanse Rijk dat zijn invloed laat gelden van Stockholm tot Lissabon, van Londen tot Syracuse. Andermaal een nerveus en weifelend Europa, dat ingehaald wordt door haar eigen ontwikkeling en verbaasd een been bijtrekt.

In deel twee zullen de parallelle verhaallijnen uit deel I samenvloeien in Constantinopel. Met zijn Soefi-ordes en oosterse natuur vormt de stad het aangewezen decor voor de ontvouwing van het belangrijkste thema van het verhaal: de hang naar mystieke bevrijding, en de hogere ordening die door de respectieve personages wordt waargenomen in hun schijnbaar willekeurige lotgevallen. Van gene zijde worden de gebeurtenissen gevolgd door de geest van de in het eerste hoofdstuk onthoofde Cloridano, die zich naarmate het verhaal vordert steeds helderder bewust wordt van de rol die voor hem is gereserveerd in de apotheose van deze geschiedenis.